Met een harde klap van de dichtgeslagen massief houten voordeur sta ik binnen. Net op tijd voordat de uit de kluiten gewassen veelvraten een kans krijgen om mijn schamele onderkomen binnen te dringen. Met miljoenen trekken ze door de natuurgebieden en landerijen. Ze zijn op zoek naar voedsel. Ze willen overleven, net als ik. Net als de mensheid op dit moment.

Het lijkt wel of ze de groenten ruiken die ik hier in huis verbouw. Hoeveel meer mensen dit hier in de omgeving ook doen weet ik niet. Ik heb al weken geen mens meer gezien. Ik weet überhaupt niet of er nog mensen in de buurt wonen. Alles is veranderd sinds die uitbraak van de gemodificeerde Afrikaanse exoten bij de staatslaboratoria. Ze zouden een nieuwe voedselbron zijn. De aarde zou niet meer te redden zijn met de megaveestapels van nu. Die exoten zouden de redding worden voor de mensheid, de aarde. Hoe heeft het zover kunnen komen?

De aarde lijkt langzaam te sterven. De schaarse berichtgeving die nog doorkomt op internet en in de media liegen er niet om. Grote delen van Nederland zijn kaal gevreten, mensen zijn op de vlucht. Op zoek naar eten gaan ze elke woning af. Alle landen in Europa melden zwermen van deze veelvraten. Jarenlang beleid voor het gebruik van groene gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw vanuit Brussel heeft ervoor gezorgd dat er geen bestrijdingsmiddelen beschikbaar zijn die hier tegen opgewassen zijn. En de massa’s die nu over Europa trekken, hebben niets te duchten van eventuele natuurlijke vijanden. Die waren niet uit Afrika meegenomen met de bedoelde voedselbron.

Terwijl ik de zojuist bemachtigde mest en water verdeel over mijn groene goud, zwelt het geluid van de miljoenen exoten aan. Ik gluur door de kieren van de door mij dichtgetimmerde ramen. Plotseling wordt er stevig op de massief houten deur gebonkt.